Een keer gaf ik de hoofdtrainer aan dat wanneer er een tekort aan trainers zou zijn, ik wel zou willen bijspringen.
Een training moet gewoon altijd doorgaan, was mijn idee daarachter. Hij knoopte het in zijn oren en sindsdien ben ik zo nu en dan de klos. Ik loop dan niet mee maar heb dan even een andere pet op. Die van een trainer. Vorige week kreeg ik de groep gevorderden mee. Door de regen hebben we een mooie route gelopen met de nodige opbouwende versnellingen. Met die groep gaat een dergelijke training goed. We kunnen goed met elkaar lopen en zijn aardig aan elkaar gewaagd in snelheid en uithoudingsvermogen.
Vandaag zou ik de basisgroep krijgen en de helft van de middengroep. De andere helft zou dan meegaan met de gevorderden. Er waren namelijk maar twee van de drie nodige trainers aanwezig.
Uiteraard had ik me er op voorbereid. Jan had me aangeraden twee verschillende trainingen achter de hand te houden. Het kon een kleine groep worden maar ook een behoorlijk grote.
Jan vertrok als eerste met de gevorderden en...bijna geen, of geen persoon uit de middengroep. Ik zou dus twee groepen achter me aan krijgen. Tijdens het inlopen keek ik een paar keer achterom; de groep was echt groot. De trainingen die ik in mijn hoofd had kon ik wel vergeten. De verschillen in niveau waren behoorlijk uiteenlopend. Mijn kop draaide op volle toeren. Aanpassen. Iets anders bedenken.
Nog tijdens het inlopen, de warming up en de loopscholing veranderde ik van gedachten. Het zou een fartlek worden. Lekker lopen en op een speelse wijze wat snelheid er in brengen.
Ik begon met twee treintjes te vormen. Ik deelde de groep in twee kleinere groepen. Twee lange rijen liet ik in een rustig tempo lopen. De achterste moest de hele trein in een lekker tempo inhalen en voor aansluiten.
De bedoeling was dat de lopers dan in 'de trein ' konden herstellen. Een enkeling gaf aan niet echt te kunnen aanzetten. Die bleven dan ook in 'de trein'. Ze hadden er lol in. Ik liet het ze een kleine twee kilometer zo doorgaan. Na een wandel pauze van ongeveer vijf minuten begonnen we aan het volgende onderdeel.
Vijf maal een minuut flink aanzetten, met twee minuten (dribbel)pauze er tussen. Beide onderdelen overigens over een route door die prachtige duinen van Heemskerk. Na het tweede onderdeel liet ik de echte basisgroep met een ervaren loopster richting het beginpunt uitlopen. De middengroep wilde ik nog even laten zweten. We liepen in een groepje in een iets hoger tempo dan de anderen. Ik liet om beurten een persoon aanzetten en op een gegeven moment zijn of haar hand opsteken. Dat was het moment waarop de hele groep dat persoon moest inhalen. Dit deden we ongeveer drie kilometer lang. Het was uiteindelijk voor deze groep het meest vermoeiende onderdeel. Weinig rust. Nou ja, rusten doen we thuis toch!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten